Nee, gen X heeft weinig om zich vrolijk over te maken. Hun inkomens en vermogens stijgen veel minder snel dan andere generaties, ze kunnen amper een eigen huis betalen en bovendien zitten ze gekneld tussen de zorg voor hun kinderen en die voor hun ouders. Een vergeten generatie, die niets cadeau kreeg.
‘We lijden,’ zei Seneca, ‘vaker in onze verbeelding dan in de werkelijkheid.’ De stoïcijnse filosoof had het evengoed over de generaties kunnen hebben. Gen Z’ers, geboren tussen 1997 en 2012, zeggen dat sociale media hun jeugd verpest hebben. Millennials, geboren tussen 1981 en 1996, klagen dat ze geen huis kunnen kopen. Babyboomers, geboren tussen 1946 en 1964, mopperen over een onzekere oude dag.
Veel mensen vergeten generatie X: geboren tussen 1965 en 1980. Volgens Google-zoekopdrachten zijn mensen nog niet voor de helft zo geïnteresseerd in gen X als in millennials, gen Z of babyboomers. Er bestaan nauwelijks podcasts of memes over hen. Behalve Douglas Couplands Generation X: Tales for an Accelerated Culture (1991), die de term populariseerde, zijn er weinig boeken over hen geschreven. In het Verenigd Koninkrijk weten X’ers het minst van alle leeftijdsgroepen tot welke generatie ze behoren.
Gen X’ers lijden: niet alleen bevinden ze zich in een moeilijke levensfase, hun generatie heeft objectief gezien echt pech gehad.
Gen X komt amper voor in de populaire verbeelding, maar in tegenstelling tot Seneca lijden ze wel degelijk. Dat komt omdat ze zich in een moeilijke levensfase bevinden, maar ook omdat hun generatie objectief gezien pech heeft gehad.
De U-curve
Uit een peiling van Ipsos in dertig landen blijkt dat 31% van de gen X’ers zich ‘niet zo gelukkig’ of ‘helemaal niet gelukkig’ voelt, het hoogste percentage van alle generaties. De Amerikaanse econoom David Blanchflower van Dartmouth College toont aan dat allerlei negatieve gevoelens – van ongeluk tot angst en wanhoop – pieken rond het vijftigste levensjaar. Dat strookt met de ‘U-curve van het leven’-theorie, die stelt dat mensen jong en oud relatief gelukkig zijn, maar dat de middelbare leeftijd een dieptepunt vormt. De babyboomers zijn erdoor gegaan, de millennials staan er binnenkort ook voor.
Die U-bocht ontstaat deels doordat chronische gezondheidsproblemen zich vaak vanaf middelbare leeftijd aandienen. Mensen beseffen dan ook dat hun carrière niet zal worden wat ze hadden gehoopt. Bovendien zorgen veel X’ers tegelijk voor hun kinderen én hun ouders. In de VS gaan 5% van hun uitgaven naar zorg voor mensen jonger dan 18 of ouder dan 65 – bij de boomers is dat amper 2%. In Italië is het aandeel 18- tot 34-jarigen dat bij hun ouders woont de voorbije twintig jaar gestegen van 61% naar 68%. In Spanje was de toename nog opvallender. Wie zijn die ouders vaak? Juist: gen X.
Op middelbare leeftijd ontstaan vaak chronische gezondheidsproblemen en beseffen mensen ook vaak dat hun carrière niet zal worden wat ze gehoopt hadden.
Nergens is de U-turn zo uitgesproken als in San Francisco. Jonge idealisten geloven er dat zij het volgende grote AI-bedrijf zullen oprichten en nemen er hoge prijzen en criminaliteit bij. Succesvolle boomers wonen in luxevilla’s in Pacific Heights en zetelen in raden van bestuur. X’ers bevinden zich ertussenin: zonder idealisme, zonder luxepositie. In San Francisco is slechts 37% van hen gelukkig, tegenover 63% van gen Z, aldus een peiling van San Francisco Standard in 2022. Willen ze een groter huis, dan hebben velen geen andere keuze dan naar Oakland te verhuizen – wat een gruwel!
The Matrix en Fight Club
Hoewel gen X ook ooit uit de U-bocht zal geraken, blijven ze op andere vlakken de verliezers. Kijk bijvoorbeeld naar hun inkomens. Ja, na inflatie verdienen ze meer dan eerdere generaties – een historisch patroon waar ook millennials en gen Z van profiteren – maar hun vooruitgang verloopt traag. Een recente studie van Kevin Corinth (American Enterprise Institute) en Jeff Larrimore (Federal Reserve) vergeleek de netto-inkomens van Amerikaanse huishoudens per generatie, rekening houdend met belastingen, overheidssteun en inflatie. Tussen 36 en 40 jaar verdienden gen X’ers reëel slechts 16% meer dan de vorige generatie op die leeftijd – de kleinste toename van alle categorieën.
Het stereotype over gen X’ers klopt: ze hebben weinig zin om zich als kantoorslaaf op te offeren en hechten meer belang aan een goede werk-privébalans.
Die trage inkomensgroei hangt mogelijk samen met een stereotype dat ook door psychologisch onderzoek wordt bevestigd: X’ers hebben weinig zin om zich als kantoorslaaf op te offeren, en hechten meer belang aan een goed evenwicht tussen werk en privé. Geen toeval dat er in 1999, toen gen X in de bloei van hun leven was, twee kaskrakers verschenen waarin mensen zich van de ketenen van het bestaan bevrijdden. In The Matrix ontdekt programmeur Thomas Anderson dat de wereld een illusie is, gesimuleerd door slimme machines. In Fight Club sluit een kantoorklerk zich aan bij een geheim genootschap waarin mannen elkaar tot moes slaan. Opwindend, zeker – maar niet ideaal voor een stabiele carrière.
Gen X heeft het bovendien niet cadeau gekregen. Als dertiger en veertiger stijgt je inkomen en verantwoordelijkheid doorgaans het snelst. Helaas vielen die jaren voor X’ers samen met zwakke arbeidsmarkten na de financiële crisis van 2007-2009. In 2011 steeg het reële mediane loon van dertigers in het VK met amper 1,1%. In Italië, zwaar getroffen door de eurocrisis, ging het al niet beter. In Canada groeiden de reële mediane lonen van 35- tot 44-jarigen tussen 2011 en 2017 zelfs helemaal niet.
In de jaren 2000, toen gen X op hun financiële hoogtepunt zat, stagneerden de markten. Een verloren decennium.
Ook op het vlak van vermogensopbouw bleven gen X’ers achter. Tijdens de jaren 1980, toen veel boomers in de dertig waren, verviervoudigden de aandelenmarkten. Millennials, vandaag dertigers, hebben tot nu toe ook geprofiteerd van sterke rendementen. Maar in de jaren 2000, toen gen X op hun financiële hoogtepunt zat, stagneerden de markten. Een verloren decennium, zeker voor Amerikaanse aandelen, met een dotcomzeepbel aan het begin en een financiële crash op het einde.
Kopen vs. huren
En dan is er nog het ultieme symbool van generatie-ongelijkheid: het eigen huis. Het klassieke verhaal stelt dat millennials eeuwige huurders zijn, terwijl boomers zes logeerkamers hebben. Maar cijfers van de Amerikaanse economiste Victoria Gregory (FED St. Louis) werpen een ander licht op de zaak. De grootste daling in eigendomsgraden deed zich niet voor bij millennials, maar al bij gen X. Vanaf hun late dertiger jaren hadden gen X’ers evenveel kans op een eigen huis als millennials nu.
Het klassieke verhaal stelt dat millennials eeuwige huurders zijn, terwijl boomers zes logeerkamers hebben. Maar de grootste daling deed zich al voor bij gen X.
Die afkeer van een koopwoning was soms een keuze. Misschien namen ze deze wijsheid uit Couplands roman ter harte: ‘Wanneer iemand zegt dat hij net een huis heeft gekocht, is dat net alsof hij zegt dat hij geen persoonlijkheid meer heeft.’ Maar vaker speelden omstandigheden een rol. In de jaren dat mensen doorgaans hun eerste woning kopen – eind dertig, begin veertig – was het voor gen X moeilijk om een hypotheek te krijgen. Sommigen verloren hun woning en moesten opnieuw gaan huren.
Geaggregeerde statistieken maken deze trend pijnlijk duidelijk. Professor economie Jeremy Horpedahl (University of Central Arkansas) volgde de gemiddelde vermogensgroei per generatie op basis van FED-data. Zijn conclusie: op 31-jarige leeftijd bezitten millennials en gen Z gemiddeld dubbel zoveel als gen X op diezelfde leeftijd. ECB-enquêtes tonen aan dat die trend ook in Europa zichtbaar is. Tussen 2010 en 2021 zagen millennials in de eurozone hun nominaal vermogen verdrievoudigen. Bij gen X bleef het beperkt tot minder dan een verdubbeling.
De vooruitzichten zijn weinig rooskleurig. Gen X zou de eerste generatie kunnen zijn die echt getroffen wordt door haperende pensioensystemen. In de VS wordt verwacht dat het socialezekerheidsfonds tegen 2033 leeg is – net wanneer gen X met pensioen begint te gaan. Zonder ingrijpen in het Congres worden uitkeringen dan met 20 à 25% verlaagd.
Dus als je de volgende keer een vijftiger tegenkomt: geef hem of haar dan tenminste een glimlach.
De vooruitzichten zijn weinig rooskleurig. Gen X zou de eerste generatie kunnen zijn die echt getroffen wordt door haperende pensioensystemen.