In veel landen is de pensioenleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Waarom is dat nog niet in ons land het geval?
Sinds 2006 is de pensioenleeftijd in Denemarken gekoppeld aan de levensverwachting. Om de vijf jaar kan de pensioenleeftijd er worden herzien. Vandaag kan een Deen met pensioen als hij 67 jaar is, in 2030 wordt dat 68 jaar, in 2035 69 jaar. Vorig week werd bekend dat in 2040 alle mensen geboren na 31 december 1970 er pas op 70 jaar met pensioen kunnen. De levensverwachting in Denemarken is 81,7 jaar.
Ter vergelijking: in België is de levensverwachting 81,4 jaar en wordt er niet gekeken naar de levensverwachting. Bij ons hangt de wettelijke pensioenleeftijd af van uw geboortedatum. Sinds 1 januari 2025 is de wettelijke pensioenleeftijd voor mensen die geboren zijn tussen 1 januari 1960 en 31 december 1963 66 jaar. Voor wie geboren is vanaf 1 januari 1964 bedraagt de wettelijke pensioenleeftijd 67 jaar.
In veel landen is de pensioenleeftijd gekoppeld aan de levensverwachting, zoals in Finland, Zweden, Estland, Italië, Portugal, Griekenland, Slowakije en Nederland. Bij onze noorderburen stijgt de pensioenleeftijd met acht maanden voor elk jaar dat de levensverwachting toeneemt. De pensioenleeftijd klimt dus geleidelijk. Met een eenvoudige teller kan iedereen op de site van de Algemene Ouderdomswet zelf nagaan wat zijn of haar pensioenleeftijd is. Voor wie op 1 januari 1960 is geboren, bedraagt de pensioenleeftijd nu 67 jaar. Dat is één jaar later dan bij ons.
Er zijn goede redenen om de pensioenleeftijd te koppelen aan de levensverwachting. Omdat we gemiddeld langer leven en de beroepsbevolking door lagere geboortecijfers afneemt, staan de pensioenstelsels in heel Europa onder druk. Door de pensioenleeftijd af te stemmen op de levensverwachting, blijven de pensioenen betaalbaar. En als mensen langer blijven werken, zorgen ze natuurlijk voor meer belastinginkomsten.
Er zijn ook bemerkingen te maken bij de koppeling van de pensioenleeftijd aan de levensverwachting. Wat bijvoorbeeld met de zware beroepen? In Denemarken is er voor hen geen uitzondering voorzien. Een andere vraag is of men niet eerder moet kijken naar de gezonde levensverwachting. In ons land hebben mensen van 64 jaar nog gemiddeld 10 à 11 gezonde levensjaren.
In België is de pensioenleeftijd niet gekoppeld aan de (gezonde) levensverwachting. Het gevolg is dat er bij ons voortdurend heftige politieke discussies zijn of en met hoeveel de pensioenleeftijd omhoog moet. En iedereen blijft zo lang in het ongewisse wat nu de exacte pensioenleeftijd zal zijn. Dat de regering-De Wever in haar pensioenhervorming geen werk maakt van een koppeling van de pensioenleeftijd aan de (gezonde) levensverwachting is dan ook een gemiste kans.